Bron: NRC
Tekst: Kester Freriks
Foto: Roger Cremers
Voor de achtste keer vindt op 4 mei de manifestatie Theater Na de Dam plaats. In heel Nederland zijn meer dan tachtig voorstellingen te zien.
‘Ik hecht aan de twee minuten stilte tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam, iedereen kan rouwen om zijn of haar eigen verdriet”, zegt actrice en zangeres Meral Polat (35). „Het geeft troost om daar met zoveel mensen samen te zijn. En het geeft energie, om er sterker van te worden.”
Voor de achtste keer vindt dit jaar op 4 mei de manifestatie Theater Na de Dam plaats. In heel Nederland zijn, na de herdenking, meer dan tachtig voorstellingen te zien die aan deze dag een diepere betekenis geven. Meral Polat is van Turks-Koerdische afkomst en treedt in de piste van Theater Carré op met Raoul Heertje en de band New Cool Collective. Ze zingt liederen en spreekt een tekst uit geschreven door Bo Tarenskeen, een van de initiatiefnemers van het festival.
Polat: „Het begin van mijn monoloog gaat over mijn buurvrouw in Bos en Lommer, waar ik woon, een wijk met tal van culturen. In het begin groette ze me elke dag en als ik na een voorstelling ’s nachts thuiskwam, brandde er bij haar nog licht. Alsof ze op me wachtte. Maar van de ene dag op de andere groette ze me niet meer. Waarom niet? Wat is er gebeurd? Wilde ze me niet meer kennen vanwege mijn uiterlijk?”
Polat is geboren in Turkije en groeide op in Zaandam, waar ze op een christelijke basisschool zat. Al jong hoorde ze van de Duitse bezetting, Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. „Mijn vader heeft belangstelling voor geschiedenis”, zegt ze na afloop van een repetitie in Klein Carré, een oefenzaal. „Hij heeft me ervan overtuigd dat ik de geschiedenis van Nederland moet kennen, het land waar ik nu woon. Ik moet me voor dit land openstellen en me er niet voor afsluiten.”
De rol van Anne Frank
In 2010 vertolkte Meral Polat de rol van Anne Frank in het toneelstuk Anne en Goebbels waarin Anne en Joseph Goebbels met elkaar worden geconfronteerd. Die voorstelling heeft haar geleerd om „altijd te proberen de ander te begrijpen”, zoals ze zegt. Ze haalt een Turks spreekwoord aan: „Je kunt niet gelukkig zijn als je de pijn van de ander niet erkent.”
Polat: „In de tijd dat ik Anne speelde, verdiepte ik me in de oorlog. Ik vond het onthutsend te ontdekken dat de vernietiging van de Joden zo stapsgewijs ging, en dat het juist daarom zover is gekomen. Eerst moeten ze zich laten registreren, dan mogen ze niet in de theaters komen, vervolgens niet in het Vondelpark. Enzovoort. Het eindigt ermee dat ze in veewagens naar de kampen worden afgevoerd. En het gebeurde allemaal midden in Amsterdam, waar iedereen bij was.
„In de loop van de geschiedenis zijn in elk land mensen vertrapt en verschopt om wie ze zijn. In Turkije mogen nabestaanden de Armeense genocide niet herdenken. En mijn volk, de Koerden, worden onderdrukt en verjaagd. Dat doet pijn. Ik houd van Turkije, van de cultuur en het land, maar het systeem is verrot.”
In haar tekst staat een opmerkelijke passage over dat „Anne Frank nu wordt gespeeld door Koerdische meisjes” en dat „de toneelstukken van Vondel en Heijermans en Herzberg nu worden gespeeld door Marokkaanse jongens met moeilijke namen”. Polat zegt erover: „Ik neem mijn geschiedenis mee als ik Anne Frank speel en voeg die toe aan de Nederlandse geschiedenis. Zo ontstaat wat we in de voorstelling noemen ‘een samengesteld geheugen’: in het Nederland van nu zouden we ons verbonden moeten weten met al die andere culturen die onze identiteit óók tekenen.”
Meral Polat (1982) studeerde in 2004 af aan de Toneelschool Amsterdam. Ze speelde onder meer in Gesluierde monologen en won de Guido de Moor Prijs voor haar rol in Hollandse Spoor. Ook was ze te zien in televisieseries en films, waaronder De Boskampi’s en Undercover.